De provincie Groningen heeft een grote som geld beschikbaar gesteld om te 'investeren in het centrum van Winschoten als regionaal koopcentrum'. De provincie stelt vast dat die functie van Winschoten door de krimp in Oost-Groningen onder druk staat. In het Uitvoeringsprogramma gemeente Oldambt worden verschillende aspecten aangehaald waarop de investering zich zou moeten richten. Ze zijn allemaal economisch van aard, zo blijkt uit het vervolg.
Wij willen hier pleiten voor een meer integrale visie, niet op Winschoten als koopstad, maar om te beginnen op Winschoten als stad met vorm en historie. In dit artikel geven we door een beeldende wandeling een aanzet voor een analyse van de kenmerken die de vorm en historie van Winschoten bepalen. Binnen die vorm en historie is alle ruimte voor de economische ontwikkelingen die de provincie voorziet.
Wij denken dat de fysieke stad, met haar geschiedenis en sociale realiteit uitgangspunt moet zijn voor beleid. De huidige economische context vraagt om specifieke maatregelen en een cultuuromslag in het denken in termen van groei, maar die mogen niet ten koste gaan van de stad zoals we die ervaren, gebruiken en ons herinneren.
Als ik door Winschoten loop, zie ik overal om me heen herinneringen. Ik ben hier opgegroeid, heb op allerhande plekken in de stad dingen meegemaakt. In een vreemde stad kijk ik vanzelf met professionele blik, maar hier kost me dat meer moeite. De verhalen die mij hebben gevormd, hebben onbewust de overhand. Het is fantastisch om hier met Marcus te zijn, want hij is, net als ik, architect en hij heeft als vanzelf een meer beschouwende houding wanneer we hier rondlopen. Samen beleven wij de stad completer en zien we meer. Tijdens verschillende wandelingen in de afgelopen maanden hebben fotografen Annemarie en Nelske met ons de stad in beeld vastgelegd. De hier getoonde foto's laten dat zien. Er is soms verval zichtbaar; op andere plekken lijkt er niets aan de hand, en beleven we de stad als regionaal koopcentrum met geschiedenis.
Onze wandeling begint bij de voormalige LTS, een exponent van het karakter van Winschoten als arbeidsstad, waar werd geproduceerd. Het ambachtelijke spreekt uit de architectuur van het gebouw en ook binnen blijkt het niet verdwenen. Het gebouw is gevuld met tijdelijke bewoners en gebruikers die de prachtige lokalen en werkplaatsen benutten voor allerhande werkzaamheden. Er wordt gedanst en gestanst, getegeld en getimmerd. Kale betonnen banken worden naar binnen gerold om weken later naar buiten te komen als monumenten in mozaïek voor een of ander verhaal of bijzondere plek.
Het gebouw ondertussen staat trots in de zon en toont fijnzinnig metselwerk en prachtige, nog werkende stalen kozijnen aan de stad. Aan de achterzijde van de voormalige LTS en ernaast treffen we parkeervlakten met rafelranden; er is gesloopt, maar nog niet ontwikkeld, er is ruimte, maar weinig leven. Inmiddels is bekend dat de voormalige LTS deels gesloopt zal worden ten faveure van een nog onbekende nieuwbouw. We wandelen verder.
Links: de voormalige LTS. Foto: Nelske Elzer
Midden: metselwerk en raamkozijnen van de voormalige LTS. Foto: Annemarie van Buuren
Rechts: overzicht mogelijke renovatie LTS. Schets: Marcus Kempers, Egbert de Warle
De voormalige LTS heeft alles in zich om een dierbaar onderdeel van de stad te zijn: grote, lichte ruimten waar dingen worden gemaakt, een met zorg gedetailleerde gevel en een betonstructuur die vele vormen van gebruik toelaat. Onze opgave was om deze kwaliteiten zichtbaar te maken en tegelijkertijd het gebouw aan te passen aan geldende eisen voor gebruik en duurzaamheid. Door een extra, glazige schil toe te voegen die nu eens binnen, en dan weer buiten het gebouw loopt, ontstaat een tussenruimte die het gebouw isoleert en die in gebruik en representatie de LTS onderdeel maakt van de stad. Zo wordt niet alleen de LTS opgeknapt en naast het huidige gebruik ook geschikt gemaakt voor bijvoorbeeld woningbouw, maar krijgt de hele zuidvleugel van het centrum een nieuw en passend aangezicht.
Via de Venne komen we bij 't Rond, het nieuwe winkelcentrum middenin de stad. Er is reuring, een lange rij bij de bakker met de korte voornaam. Uit de hele omgeving tot Oost-Friesland aan toe komt men hier winkelen. Er draait een draaimolen, van verre ruik je de poelier en het winkelende publiek beweegt langs de vele nieuwe winkelpuien in de Langestraat. Er staat een groot bord met plannen voor meer. Erachter wordt geparkeerd, middenin het centrum, grotendeels uit het zicht. Het gebied is zichtbaar opgeknapt. We lopen door de Torenstraat en schrikken; hier stopt de stad plotseling, zo lijkt het. Etalages zijn gevuld met tentoonstellingen, maar niet met koopwaar; het gevolg van een belangrijk initiatief dat de leegte tijdelijk verbloemt. In de zijstraten zien we dichtgetimmerde ramen en even verderop belanden we in een parallelstraat waar niet alleen leegstand, maar ook verkrotting zichtbaar is. De stad lijkt economisch uit zijn evenwicht gebracht, maar de historische structuur van de stad is hier gek genoeg sterker dan in het vernieuwde winkelgebied. Hoe zijn deze contrasten zo dicht naast elkaar mogelijk?
Links: panden in de Blijhamsterstraat. Foto: Nelske Elzer
Rechts: winkelend publiek met op de achtergrond 't Rond. Foto: Annemarie van Buuren
Lopend door de straten van Winschoten overvalt ons het onaangename gevoel dat de schoonheid van gebouw en omgeving die ons soms treft, broos is, niet blijvend, onbeschermd. Twee huizen verderop kan het verval zichtbaar zijn als leegstand of vernieuwing. De leegstand wordt zichtbaar als verkrotting; de vernieuwing kenmerkt zich te vaak door een grotere schaal dan het omliggende waardoor de stad uit zijn evenwicht wordt gebracht.
Economische impulsen lijken leidend. Bij een recente discussie in de gemeenteraad over hergebruik van een bestaand pand van de gemeente werd alleen gesproken over mogelijke werkgelegenheid, niet over de schaal van de stad, de betekenis van de plek voor omwonenden en of het passend was het aangeboden programma juist op die plek te realiseren.
Locaties en gebouwen zijn meer dan op zichzelf staande stukken grond die moeten worden ontwikkeld. Het projecteren van economische aantrekkelijk lijkende programma's zonder oog voor de kwaliteiten en de gebreken van de bestaande stedelijke structuur levert geen blijvende kwaliteit. Bovendien wordt wat er is aan stedelijke kwaliteit langzaam en ongemerkt afgebroken. Zowel provincie als gemeente noemen het historische karakter van Winschoten als een van hun uitgangspunten. Er wordt alleen vergeten dat ook om te zetten in beleid. Dat is ook niet vreemd als de stad wordt gepresenteerd als een verzameling beelden die ervaring of beleving worden genoemd maar vervolgens angstvallig onbenoemd blijft wat de ervaring of beleving van de historische stad dan uitmaakt.
Het Marktplein biedt vandaag een lege aanblik. Het plein is niet lang geleden opnieuw bestraat en voorzien van moderne straatverlichting. Tegelijkertijd ontbreekt er een stuk in de gevelwand; een gevolg van de branden van eind vorig jaar. Het uitgebrande skelet van het voorheen al leegstaande gebouw is opgeruimd en de kavel is bestraat. Er staan auto's; op de rest van het plein, met uitzondering van de uiterste oosthoek, is dat al enkele jaren niet meer toegestaan.
Aan de stadszijde zijn cafés open, de terrassen vullen zich in de voorzichtige voorjaarszon. Aan de andere zijde zien we de voormalige bioscoop: te koop.
Links: leegstaand gebouw van bioscoop Hollywood. Foto: Nelske Elzer
Midden: hoek van het Marktplein. Foto: Annemarie van Buuren
Rechts: beeld van een tijdelijke invulling aan het Marktplein. Schets: Marcus Kempers, Egbert de Warle
De branden in het centrum en het voortvarende opruimen van de uitgebrande overblijfselen hebben een proces van leegstand en verkrotting versneld; opeens zijn er veel meer echte gaten zichtbaar in de straatwanden rond het Marktplein. Een eerdere incidenteel brandgat aan de Blijhamsterstraat is toendertijd opgevuld met een parkje. Als incident kan dat. Voor de hoek van het Marktplein hebben we een voorstel gemaakt waarbij de gevellijn met een steigerconstructie wordt doorgezet. Deze constructie laten we volledig begroeien met planten. Erachter ontstaat een plek die zomerbioscoop of terras of fietsenstalling kan zijn. De ruimte wordt gebruikt, het gat in de stad wordt opgevuld en de de ruimte die er volgens het bestemmingsplan mag worden gebouwd wordt inzichtelijk voor potentiële ontwikkelaars.
Deze plekken mogen niet voor lange tijd parkeerplaats zijn en worden behandeld als restruimte. Overheid en grondeigenaren moeten ruimte geven aan tijdelijke invullingen. Door de gaten open te laten of ze in te vullen als park wordt gesuggereerd dat een brandstichter het stedenbouwkundige ontwerp van de binnenstad kan bepalen.
Via de Marktstraat en de Beertsterstraat lopen we richting de oude haven. De voormalige tramwerkplaats is daar verbouwd tot tijdelijk cultureel centrum. Het leeggekomen gebied rondom de haven heeft zo een bestemming gekregen en het gebouw toont zich in al zijn glorie aan de bezoekers. De naastgelegen Phafffabriek is dichtgetimmerd. Als we er binnenlopen vallen druppels op onze hoofden. Binnen woekeren planten en de kelder is verworden tot een sprookjesachtig badhuis. Reflecties van rimpelingen op het water geven de ruimte museale kwaliteiten, maar de harde realiteit is dat er al tientallen jaren geen vruchtenwijn meer wordt gemaakt en dat het gebouw al jaren volledig aan zijn lot wordt overgelaten.
Links: de verbouwde tramwerkplaats met rechts de Phafffabriek. Foto: Annemarie van Buuren
Midden: de ondergelopen kelder van de Phafffabriek. Foto: Annemarie van Buuren
Rechts: braakliggend terrein met op de achtergrond de Phafffabriek. Foto: Nelske Elzer
We moeten zuinig zijn op ons gebouwde erfgoed; een teken van beschaving. Eigenaren hebben daarom een grote verantwoordelijkheid hun vastgoed niet leeg te laten staan. Gebouwen mogen niet op zichzelf worden beschouwd, maar zijn onderdeel van de stad. Dat betekent dat de verantwoordelijkheid voor behoud en onderhoud niet zou moeten stoppen wanneer er geen geschikt gebruik voor een gebouw wordt gevonden. We mogen niet afwachten. De Phafffabriek laat zien wat wachten ons brengt.
De hier gepresenteerde wandeling mag dan ook worden gezien als een uitnodiging tot uitwisseling van ideeën, waarvoor we hier als architecten en fotografen een aanzet hebben gegeven. Dat Winschoten een regionaal koopcentrum is en blijft, is belangrijk voor de stad. Dit artikel is bijdrage aan een integrale visie op de stad Winschoten, waarbij aandacht is voor de historische gelaagdheid van de stad, de structuur van stegen, straten en pleinen, schaal van bebouwing, en groen en water en vooral een oproep om die visie serieus te nemen. Als deze aspecten ook daadwerkelijk worden omgezet in beleid, kunnen de door de provincie beschikbaar gestelde gelden veel meer bereiken.
Egbert de Warle en Marcus Kempers
augustus 2013
De Warle Kempers Architecten | Kleiburg 14A | 1104 EA Amsterdam | info@dwkarchitecten.nl